De afgelopen jaren zijn er verschillende onderzoeken uitgevoerd om na te gaan wat zinvolle selectiecriteria zijn om beter aan te sluiten op de kenmerken van leerlingen[1]. In veel gevallen is de docent bepalend in de uiteindelijke keuze van de uiteindelijke leermiddelen, maar kan er een (voor)selectie gedaan worden door een elektronische leeromgeving, een uitgever of zoekmachine. De automatische voorselectie door zoekmachines kan gebaseerd worden op criteria die uit de kernprogramma's gehaald kunnen worden, zoals een vakgebied, onderwerp en niveau. Zo kan in een doorlopende leerlijn voor bijvoorbeeld de vakkern Water voor het vak Aardrijkskunde aangegeven worden wat de relatie is tussen de kerndoelen in het primair onderwijs, de kerndoelen voor vo onderbouw en de exameneenheden in de bovenbouw, zie Figuur 1a. Daarnaast kunnen voor specifieke inhouden en vaardigheden ook tussendoelen en eindtemen worden aangegeven. Tussendoelen en eindtermen zijn concretiseringen van kerndoelen en exameneenheden. Voor een doorlopende leerlijn van po naar vwo kunnen dan ook bijvoorbeeld tussendoelen van havo worden gebruikt, zie ook Figuur 1b.
Figuur 1a) Doorlopende leerlijn po-vo
Figuur 1b) inclusief
tussendoelen en eindtermen
Voor het vmbo kan gebruik gemaakt worden van de
verschillende uitstroomniveaus en bijbehorende tussendoelen om een doorlopende
leerlijn aan te geven, zie Figuur 2.
En dit kan verder uitgewerkt worden tot een doorlopende
leerlijn die alle niveaus omvat. Binnen een leerlijn kan dan afhankelijk van de
vorderingen van een leerling een passende route worden gevolgd, of kunnen er
meerdere stappen worden genomen om alsnog een verder liggend doel te bereiken.
De oranje leerlijn in Figuur 3
geeft de beoogde route aan in tussendoelen, de paarse voor leerlingen die meer
uitdaging willen en de groene voor leerlingen die het niveau niet direct
aankunnen. Zo kan op er op basis van de tussendoelen in de kernprogramma's een
leerlijn worden gevolgd die afgestemd is op de leerling.
De doorlopende leerlijnen zoals hierboven geschetst kunnen
al mogelijk gemaakt worden op basis van de SLO kernprogramma's. Examens spelen
hier ook een rol in. Zo is voor de bovenbouw rekening gehouden met school- en
centraal examens. Het examenprogramma is daarbij als uitgangspunt genomen en de
geglobaliseerde eindtermen zijn uitgewerkt aan de hand van de syllabus en de
handreiking. De syllabus beschrijft voor het centraal examen in specifieke
eindtermen wat getoetst wordt. De handreiking beschrijft specifieke eindtermen
op basis van de geglobaliseerde eindtermen waar het schoolexamen zich op moet
richten, zie Figuur 4.
In de Proeftuin Examens (SLO, 2014) gaat het specifiek om de koppeling tussen de
kernprogramma's en de eindexamens van het centraal examen. Voor de Proeftuin is
daarom een selectie gemaakt uit het kernprogramma, specifiek voor dit projectdoel,
zie Figuur 5.
Als naar aanleiding van de ervaringen in de proeftuin de
meerwaarde van deze koppeling geƫvalueerd is kunnen de kernprogramma's in
totaliteit gevalideerd worden. Vervolgens kunnen daar in de toekomst ook
schoolexamens in de bovenbouw, diagnostische toetsen uit de onderbouw,
methodegebonden toetsen en centrale tussentoetsen aan gekoppeld worden inclusief
bijbehorende leermiddelen. Leerlingen kunnen dan aan de hand van de toetsen en
de doorlopende leerlijnen hun doelen bepalen. Daarbij zullen zich nieuwe
vraagstukken aandienen die nader onderzocht moeten worden.
Strijker, A. (2012). Curriculum
as backbone for the selection of learning materials. Presentatie op Edrene 8th strategic seminar, 8
May 2012, Lisbon Portugal.
SLO (2014) Proeftuin Examens. http://proeftuinexamens.slo.nl/