ICT en Leerplanontwikkeling

Rondom ICT en leerplanontwikkeling is een drietal thema's te onderscheiden: (1) ICT als doel: wat is de invloed van ICT op het beoogde leerplan in termen van doelen en inhouden, (2) ICT als drager van het curriculum, hoe kan het curriculum digitaal worden vormgegeven, (3) ICT als proces voor ondersteuning van leerplanontwikkeling, hoe kan ICT manieren van werken ondersteunen in het proces van leerplanontwikkeling. (Voogt, Zocca, Fisser, & Strijker, 2006; Van Graft, de Boer, & de Vries, 2009). Langs deze thema's is gekeken welke trends aan de orde zijn en wat de impact is voor leerplanontwikkeling en de onderwijspraktijk.

De wijze waarop inhouden, vaardigheden en doelen binnen het onderwijs worden aangeboden kunnen op verschillende manieren door technologie ondersteund worden. Bij leerplanontwikkeling spelen digitale leermiddelen, educatieve apps, digiborden, videocollecties, tablets, digitale leeromgevingen, schooladministratiesystemen, leerlingvolgsystemen in de praktijk een grote rol. Hierbij zijn er grote kansen om het lesmateriaal aantrekkelijker vorm te geven, interactiever te maken en leerlingen en docenten beter te ondersteunen in het bijhouden van de voortgang van leerlingen. Met behulp van digitale diagnostische toetsen kunnen leermiddelen beter afgestemd worden op de leerling omdat op basis van resultaten passende arrangementen gemaakt kunnen worden voor klassen, groepjes of individuele leerlingen. De hoeveelheid open leermiddelen neemt jaarlijks steeds sneller toe. Initiatieven in Nederland zoals VO-Content, Digischool en NTR dragen hier aan bij waarbij de kerndoelen, leerlijnen en kernprogramma's van SLO als basis dienen. Internationaal groeit de collectie open leermiddelen explosief, maar is de aansluiting op basisonderwijs en voortgezet onderwijs vaak moeilijk omdat deze leermiddelen niet in de Nederlandse taal beschikbaar zijn, maar ook door onvoldoende aansluiten op de Nederlandse context zoals examens.

De basis voor de trendanalyse gericht op het thema ICT en leerplanontwikkeling is een aantal publicaties die op het gebied van ICT en onderwijs richtinggevend zijn. Het gaat om:

Horizon rapport van New Media Consortium (NMC, 2013), een internationale gemeenschap van experts in onderwijstechnologie. NMC publiceert jaarlijks trendrapporten gericht op K12, hoger onderwijs en specifieke toepassingen zoals binnen musea en STEM (science, technology, engineering en mathematics).
Vier in balans monitor van Kennisnet (2012), een jaarlijks onderzoek naar de stand van zaken van ICT en onderwijs. De monitor bestaat uit vier delen: onderwijs en ICT, rendement en balans, stand van zaken en opbrengsten.
Leermiddelenmonitor van SLO (2012), een jaarlijks onderzoek naar het gebruik van leermiddelen in basis –en voortgezet onderwijs.
Trendrapport van de wetenschappelijk technische raad (WTR, 2012) van SURF. SURF is een samenwerkingsverband voor hoger onderwijs en richt zich op onderzoek van ICT in onderwijs.

Op basis van deze onderzoeken is gezicht naar voor het Nederlandse onderwijs relevante trends op het gebied van ICT en leerplanontwikkeling. Dit heeft geleid tot de volgende trends:

1. Digitale geletterdheid en 21e eeuwse vaardigheden

2. Cloud Computing, linked data en big data

3. Learning analytics

4. Mobiel leren

5. Open leermiddelen

6. Zelfcreatie


In de volgende paragrafen worden de trends geschetst vanuit deze onderzoeksrapporten.
Digitale geletterdheid en 21e eeuwse vaardigheden

Onder digitale geletterdheid wordt verstaan een combinatie van basisvaardigheden ICT, computational thinking, informatievaardigheden en mediawijsheid (Thijs & Fisser, 2013). In het KNAW rapport Digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs (KNAW, 2012) wordt geponeerd dat de digitale geletterdheid van leerlingen sterk verbeterd moet worden. Het ministerie van OCW (2013) onderschrijft de noodzaak voor aandacht voor dit onderwerp in het funderend onderwijs gezien de steeds meer ‘medialiserend’ en digitaliserende wereld waarin wij leven. De vraag is echter wat er precies wordt bedoeld met digitale geletterdheid, welke aspecten daarvan wenselijk worden gevonden voor het onderwijs, en welke plaats dat zou moeten hebben het curriculum. Ook is meer zicht nodig op het uitgevoerde curriculum: in hoeverre zijn scholen nu al bezig met digitale geletterdheid?

De huidige technologische ontwikkelingen zorgen voor omvangrijke economische en sociale veranderingen in onze maatschappij die niet alleen het werk maar de gehele leefomgeving van mensen beïnvloeden. De vraag is welke kennis en vaardigheden jongeren minimaal moeten beheersen om te kunnen functioneren in de maatschappij en als basis voor verdere ontwikkeling in de toekomst. Of met andere woorden: wat moet de school van de 21e eeuw jongeren leren? In verschillende internationale onderzoeksprojecten is gezocht naar een antwoord op deze vraag. Al deze studies wijzen op het toenemende belang van conceptuele en meta-cognitieve kennis en vaardigheden op het gebied van communicatie, samenwerking, en sociaal-cultureel bewustzijn en ICT-vaardigheden (zie Voogt & Pareja Roblin, 2010). Het is de vraag of veel van deze vaardigheden echt nieuw zijn. Wel lijken ze aan belang gewonnen te hebben gezien de toenemende complexiteit van de samenleving en groeit daarmee de noodzaak voor alle leerlingen om ze te verwerven.

Zo stelt de Onderwijsraad (2011) dat de behoefte aan dergelijke vaardigheden niet meer is beperkt tot hogere functies. Jongeren, ook lager opgeleid, die dergelijke vaardigheden niet beheersen, zullen problemen op de arbeidsmarkt ondervinden (cf. Wagner, 2008). Het is daarom volgens de raad van belang in alle onderwijstypen hier aandacht aan te besteden. Deze mening wordt breed gedeeld (Europese Unie, 2006; Dede, 2010). Over het belang van aandacht voor deze vaardigheden in het onderwijs bestaat weinig discussie.
Cloud Computing, linked data en big data

Bij cloud computing worden gegevens niet meer altijd lokaal op harde schijf of geheugenkaart opgeslagen, maar worden bestanden en gegevens opgeslagen en bewerkt in datacenters die via Internet toegankelijk zijn. Informatie is daarmee op elk moment, op elke plaats en in elke gewenste vorm toegankelijk. Gegevens kunnen vervolgens getoond worden op bijvoorbeeld computer, tablets, diplays, telefoon, digibord en televisie. Het gebruiksgemak van cloud toepassingen is groot; gegevens zijn snel toegankelijk, snel te delen met betrokkenen, en bieden in het onderwijs mogelijkheden voor kennisontwikkeling en samenwerking.

Verschillende sociale media zoals Facebook, Twitter en Youtube zijn gebaseerd op cloud technologie. De sociale media zijn daarmee kanalen die bewust en onbewust de maatschappij in beweging zetten door op grote schaal in korte tijd informatie te verspreiden. Voorbeelden hiervan zijn Project X Haren (Mediawijzer, 2012), ontruimingen van scholen (AD, 2013; RTV Oost, 2013; CCV, 2012) maar ook oproepen van RIVM om in te laten enten tegen baarmoederhalskanker zijn door sociale media genegeerd (Trouw, 2009).

Door centraal gegevens op te slaan zijn deze beter te koppelen en is het daardoor ook makkelijker om analyses uit te voeren op basis van grotere (gekoppelde) databestanden. Het koppelen van online databestanden wordt linked data genoemd. Door verschillende databestanden te koppelen ontstaan grote datasets Deze Big data kunnen gebruikt worden voor onderzoek en kunnen door de schaalgrootte en hoeveelheid van onderliggende relaties nieuwe informatie opleveren. Het begrip datamining is hierbij begrip waarbij gezocht wordt naar eerder verborgen gegevens. Voor het onderwijs kan de combinatie van cloud, linked data en big data gebruikt worden om uitgevers, bestuurders, docenten en leerlingen beter te ondersteunen in keuzes. De resultaten van bijvoorbeeld digitale toetsen geven uitgevers inzicht in wat effectief lesmateriaal is en wat niet. De resultaten kunnen ook gebruikt worden om leerlingvolgsystemen en schooladministratiesystemen te vullen, en voorspellingen te maken over toekomstige scores. Hierbij spelen privacyvraagstukken een rol met vragen zoals: wie is eigenaar van digitale toetsgegevens? De leerling die ze maakt, de docent die op basis van de gegevens onderwijs wil verbeteren, de uitgever die leermiddelen wil reviseren, DUO die vast wil leggen of de leerling voldoet aan de uitstroomeisen, of de ouders van de leerling? Wat betreft de inhouden en doelen van het onderwijs gaat het hier om het besef van gegevensuitwisseling, privacy en de rol van data wat betreft beleidsbeslissingen, keuzeprocessen en verantwoording

Andere cloudgebaseerde diensten zijn bijvoorbeeld Spotify, iTunes en Netflix. Deze commerciële diensten leveren on-demand muziek en video. Hierbij wordt gebruik gemaakt van grote collecties waarbij gebruikers de mogelijkheid krijgen om zelf arrangementen in de vorm van afspeellijsten samen te stellen die gedeeld, hergebruikt en aangepast kunnen worden. Deze arrangementen zijn onafhankelijk van tijd, locatie en apparaat af te spelen. Voor onderwijs geldt dat het samenstellen van arrangementen op basis van inhouden en doelen een uitgangspunt moet zijn om aan te sluiten op het leerplan. De kernprogramma's (SLO, 2014) van SLO zijn hiervoor richtinggevende digitale uitwerkingen van het curriculum die gebruikt kunnen worden om arrangementen van digitaal lesmateriaal vorm te geven.



De hoeveelheid gegevens (van Deursen & Van Dijk, 2012; WTR, 2012)) waarmee gebruikers geconfronteerd worden, is door cloudcomputing en sociale media snel toegenomen. De hoeveelheid beschikbare informatie wordt steeds groter en het onderscheid maken tussen wel of niet relevante en betrouwbare gegevens wordt steeds moeilijker. De vraag wordt dan ook steeds vaker op welke informatie je kunt vertrouwen en hoe informatie geïnterpreteerd moet worden. De vaardigheid om informatie op waarde te schatten en een kritische houding ten opzichte van informatie wordt steeds belangrijker. 21st Century Skills waaronder Mediawijsheid, digitale geletterdheid en informatievaardigheden zijn daarbij begrippen die in relatie met ICT in het curriculum een plaats moeten krijgen (ATC21S, 2013; IEA, 2013; Europese Commissie, 2012; KNAW, 2012; KNAW, 2013; OECD, 2012).
 
Learning Analytics en Adaptief leren
Learning analytics richt zich op het vastleggen van gedrag en resultaten van leerlingen om passend onderwijs te kunnen bieden (Duval, 2013). Het gaat hier in eerste plaats om het bijhouden van voortgangsgegevens en van en volgen van groepen en individuele leerlingen. Dit kan bijvoorbeeld door het registreren van toetsgegevens, klikgedrag, videomonitoring of registratie van interactiemomenten. Door gebruik te maken van linked data en cloud computing wordt het steeds beter mogelijk om gegevens te verzamelen. Door de gegevens te analyseren kunnen aanbevelingen worden gedaan om het aanbod van leermiddelen aan te passen. Door het onderwijs af te stemmen op individuele leerlingen kan het aanbod specifieker worden gemaakt in termen van interessante inhouden en doelen afgestemd op het niveau van de leerling. Adaptief leren (Searle, 2013) en adaptieve leersystemen richten zich op het aanbieden van leermiddelen die voor de leerling relevant zijn. Hierbij worden leerlingkenmerken en resultaten van tussentijdse diagnostische toetsen gebruikt om leerarrangementen samen te stellen. Leerlingkenmerken kunnen bestaan uit mediavoorkeur, interessegebieden, niveau en gewenste werkvorm. In de praktijk wordt het begrip leerstijl verschillend ingevuld zoals bij de adaptieve leersystemen Rekentuin (2013) en Pulse-On (2013). Adaptieve leersystemen richten zich nadrukkelijk op opbrengst gericht werken waarbij de leerling als uitgangspunt wordt genomen. In deze adaptieve leersystemen speelt Learning analytics een belangrijke rol voor het samenstellen van leerarrangementen ofwel de aanbeveling en selectie van leermiddelen. Het gebruik van algoritmes op basis van toetsing, diagnostische tests, formatieve evaluatie om de leerarrangementen samen te stellen wordt in de praktijk ter discussie gesteld. In hoeverre kunnen machines de juiste keuzes maken en op basis van welke factoren is dit zinvol. Op conferenties zoals de Learning Analytics and Knwoledge (2013) blijkt dat het domein nog in ontwikkeling is en dat er verder onderzoek nodig is naar eenduidige aanbevelingen die het onderwijs ook daadwerkelijk verder kunnen helpen.



Adaptieve leersystemen vereisen een hoge mate van flexibiliteit in leermiddelen; wil het materiaal adaptief zijn, dan moeten er ook voor de verschillende mediavoorkeuren, inhouden, interessegebieden materialen beschikbaar zijn voor dezelfde leerdoelen. Door het verschil in tempo zal er ook meer verrijkingsstof en herhalingsstof beschikbaar moeten zijn. Ook zal materiaal wat betreft samenhang in voorkennis en benodigde vaardigheden op elkaar moeten zijn afgestemd. Een duidelijk kader wat betreft doelen en inhouden is de vorm van kernprogramma’s is daarbij essentieel. Kernprogramma’s kunnen helpen leermiddelen te hergebruiken, maar ook om aan te geven welke inhouden, vaardigheden en doelen door leermiddelen afgedekt zijn, maar ook welke voorwaardelijk zijn voor doorlopende leerlijnen. Door ICT als drager van het curriculum aan te bieden via kernprogramma's is een eerste stap gezet om inhouden en doelen in adaptieve leersystemen te gebruiken. Onderzoek is nodig om verder te inventariseren in welke mate inhouden en doelen verder gespecificeerd moeten worden om als onderlegger voor het leerplanontwikkeling relevant, bruikbaar en efficient te zijn.
Mobiel leren

Mobiel leren maakt het mogelijk om te flexibiliseren in plaats, tijd en leeractiviteiten door gebruik te maken van mobiele apparaten zoals telefoons en tablets. Tablets worden steeds goedkoper en mobiele apparaten zijn steeds serieuzere vervangers van boeken. Digitaal lesmateriaal is centraal te beheren, opnieuw te gebruiken en uit te breiden. Met mobiele apparaten zoals telefoons kan digitaal lesmateriaal worden aangeboden in een uitdagende interactieve vorm. Hierbij kan ook voor gamification worden gekozen zoals in Taaltreffers (2012), een spel voor groep 7,8 gericht op woordenschat. Veel mobiele apparaten hebben touch screens GPS, bewegingssensoren en camera's die gebruikt kunnen worden. Mobiele apparaten zijn vaak persoonlijk en verbonden met het Internet, dit houdt in dat er bewust en onbewust persoonlijke informatie kan worden verzameld. Deze informatie kan gebruikt worden om beter aan te sluiten bij de wensen van de gebruiker. Hierbij kan het gaan om eenvoudige locatiegegevens, maar ook bijvoorbeeld snelheid en wijze van interactie, lettergrootte, kleurenschema's voorkeuren voor lesonderwerpen en voortgang. Het aanbod van apps voor mobiele apparaten groeit snel. Hierbij is het aanbod veelal gericht op amusement en productiviteit. Veel toepassingen zijn niet expliciet voor het onderwijs gemaakt maar lenen zich hier wel voor. Uitgevers spelen in op de vraag naar digitaal leermateriaal door bestaande methodes via Apps aan te bieden of door mobiel vriendelijke websites te ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld Schooltas (2013) waarmee aan lesmethodes digitale leermiddelen kunnen worden toegevoegd. Het ontwikkelen van digitaal interactief onderwijsmateriaal is kostbaar omdat de verwachtingen van de gebruikers hoog zijn en toepassingen vaak specifiek moeten zijn. Veel vaardigheden en inhouden zijn zo verschillend van vorm en niveau dat ontwikkelkosten en productie niet opwegen tegen het verwachte gebruik. Veel educatief materiaal zal daarom de komende jaren nog bestaan uit digitale boeken die steeds verder aangevuld zullen worden met diagnostische toetsen en videomateriaal.
Open leermiddelen

Open leermiddelen, ook wel Open Educational Resources (OER) genoemd, zijn leermiddelen die gratis en vrij aanpasbaar zijn (Jacobi, R. & van der Woerd, N., 2012). Door verschillende initiatieven (NTR, MathUnited, Kahn, Youtube, Wikiwijs, Leraar24) is het aanbod van open leermiddelen toegenomen. VO-Content (2013) is met het ontwikkelen van "Stercollecties" voor het voortgezet onderwijs een initiatief dat op brede schaal multimediaal en leerlinggericht open leermiddelen ontwikkeld. Leraar 24 (Kennisnet, 2013) richt zich door middel van een uitgebreide collectie van videomateriaal op de professionalisering van docenten. In veel gevallen is materiaal onder een Creative Commons (2013) licentie gemaakt. Creative Commons licenties kunnen gebruikt worden om aan te geven dat materialen gekopieerd mogen worden, maar dat er ook beperkingen kunnen gelden. Bewerken is dan volgens de licentie toegestaan maar het aanpassen alleen voorbehouden aan specialisten. Hierbij is videomateriaal een voorbeeld waarbij aanpassingen niet direct mogelijk zijn maar waar een grote toename plaatsvindt in bruikbaar lesmateriaal. Video als leermiddel is door de toename van bandbreedte en processoren, standaardisatie in videoformaten steeds breder toegankelijk. Het maken van video wordt steeds goedkoper en er komt steeds meer hoog kwalitatief materiaal beschikbaar. SchoolTV, Teleblik en Eigenwijzer (NTR, 2013) bieden een grote selectie video's die op elk moment van de dag op een digibord getoond kunnen worden. Daarmee kunnen onderwerpen van levensbeschouwing tot natuurkunde inzichtelijk worden gemaakt binnen de klas. Hierbij sluit Schooltv uitdrukkelijk aan bij de doelen en inhouden die bij het basis en voorgezet onderwijs horen. Daarnaast biedt een kanaal zoals You Tube een grote variëteit aan videomateriaal, alhoewel er heel veel materiaal beschikbaar is, is de bruikbaarheid problematisch omdat video's in de meeste gevallen niet voor onderwijs geschikt is. Het zoeken en vinden van geschikt materiaal is daarmee voor het onderwijs een probleem.

Bij een nieuw onderwijsconcept zoals Flipping the classroom speelt video een belangrijke rol waarbij klassikaal frontaal onderwijs (deels) wordt vervangen door video of andere vormen van digitaal lesmateriaal. Tijdens de lessen op school is er dan meer tijd beschikbaar voor het beantwoorden van vragen, individuele aandacht, verdieping en activerende didactiek. Flipping the Classroom kan bijdragen aan gedifferentieerd onderwijs en maakt het voor leerlingen mogelijk om instructie te krijgen op hun eigen tempo.

Bekend is dat een klein aantal docenten zich tamelijk intensief bezig houdt met dit concept. Het gaat met name om Jelmer Evers (http://www.youtube.com/user/jelmerevers) en Joost van Oort (http://www.youtube.com/user/JORTgeschiedenis). Hoewel door hen gemaakte filmpjes in eerste instantie bedoeld zijn voor hun eigen leerlingen worden zij ook veel bekeken door andere leerlingen. Dit wil echter niet zeggen dat ook hun docenten hun onderwijskundig concept hebben aangepast. Wat betreft leerplanontwikkeling is het van belang dat leermiddelen gekoppeld kunnen worden aan het leerplan. Door gebruik te maken van een gemeenschappelijk onderwijsbegrippenkader van in inhouden en doelen kan het open domein ontsloten worden. Door middel van het ontwikkelen van kernprogramma's werkt SLO aan een onderwijsbegrippenkader dat gebruikt kan worden om open leermiddelen systematisch te ontsluiten.
Zelfcreatie

Zelfcreatie heeft betrekking op ontwikkelingen zoals 3D printing en Fablabs. Het gaat over technologieën waarmee het doormiddel van ICT steeds eenvoudiger wordt om concreet vorm te geven aan ideeën. Productieprocessen worden steeds korter, de consument kan steeds meer zelf, en moet ook steeds meer kunnen. Denk hierbij aan het zelf maken en af laten drukken van foto's, printing on demand voor boeken en displays maar ook aan 3D printers en beschikbaarheid van programma's om te ontwerpen. Productieprocessen worden zo flexibel ingericht dat er ingespeeld kan worden op een enorme diversiteit van ontwerpwensen.3D printing is een ontwikkeling waarbij schetsen en ideeën direct omgezet kunnen worden in tastbare objecten. 3D Printers zijn apparaten die met behulp van vulstoffen objecten kunnen maken. Hierbij wordt kunststof verwarmd en laag voor laag volgens ontwerp opgespoten. Het plannen, ontwerpen, en construeren van driedimensionale objecten biedt perspectieven voor verschillende wetenschap en technologievakken maar ook voor kunst en cultuur waarbij constructies gemaakt kunnen worden en waar meteen gekeken kan worden of onderzochte oplossingen ook daadwerkelijk te realiseren zijn. De aanschaf van 3D Printers voor experimenteel zijn afgelopen jaren erg gedaald en in veel gevallen is aanschaf niet nodig door de beschikbaarheid van zogenaamde Fablabs. Fablab is een afkorting van Fabrication Laboratory en zijn op verschillende plaatsen in Nederland aanwezig. Fablabs zijn bij uitstek ingericht om op kleine schaal in een experimentele setting producten te ontwikkelen. De Fablabs zijn onderling verbonden en hebben ook als gemeenschappelijke doelstelling om onderwijsgerelateerde programma’s te ontwikkelen. Fablabs bieden in veel gevallen ook om op afstand te werken door ontwerpen digitaal op te sturen en deze als producten terug te krijgen.

Door de nieuwe productiemogelijkheden zijn veel werkzaamheden niet meer aan de orde. Productiewerk in fabrieken is vervangen door creatieve processen om tot producten te komen. De vaardigheden zoals creativiteit, ontwerpen en onderzoeken zijn meer dan ooit belang. De verkenningscommissie Wetenschap en Technologie primair onderwijs (2013) adviseert om resultaten van de lessen in wetenschap en technologie te meten en te beoordelen. Daarnaast adviseert de verkenningscommisse om Wetenschap & Technologie in het basisonderwijs niet te positioneren als op zich zelf staand vak of als onderdeel van het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld, maar als een basisvaardigheid, naast taal en rekenen.

Door het gebruik van ICT-toepassingen gaat het in de toekomst misschien niet zozeer om iets te kunnen maken, maar meer over de informatie en communicatie hoe we iets kunnen laten maken.
Referenties

AD (2013) Politie gaat uit van valse bommelding Leiden. Internet 2013-04-26 http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/3432402/2013/04/26/Politie-gaat-uit-van-valse-bommelding-Leiden.dhtml

ASCD (2014) Flipped classroom webinar series. http://www.ascd.org/professional-development/webinars/flipped-classroom-webinars.aspx

ATC21S (2013) Assessment and Teaching of 21st-Century Skills. http://atc21s.org/

Becker, S. & Lucas, N. (2009) ’RIVM stond er te vaak alleen voor’. Trouw 28-12-2009. Internet 2013-06-21 http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1177074/2009/12/28/rsquo-RIVM-stond-er-te-vaak-alleen-voor-rsquo.dhtml

Blink Educatie (2013) Digitale lesmethodes. Internet 2013-09-20, http://www.blinkeducatie.nl/

Brekelmans, J.L.J.M., Heuts, L., Dekker, B. (2011) Evaluatie wet gratis schoolboeken. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2011/11/10/evaluatie-2011-wet-gratis-schoolboeken.html

CCV (2013) Ontwikkelingen in maatschappelijke veiligheid - Trendsignalement 2013. Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Utrecht.

CPS (2012) Onderwijsverslag van de Inspectie in 10 punten

Damen, L. H., Cordang, M. (2007). Het leren van zml: op de hurken in de klas. SLO: Enschede

Dede, C. (2010). Comparing frameworks for 21st century skills. In J. Bellanca, & R. Brandt (eds.), 21st century skills. Bloomington, IN: Solution Tree Press, pp. 51-76.

Edumic (2012) 5 Critical Mistakes Schools Make With iPads (And How To Correct Them)

Europese Unie (2006). Recommendation of the European Parliament and of the Council of 18 December 2006 on key competences for lifelong learning. Official Journal of the European Union, L394/10. Luxembourg: Publications Office of the European Union.



Europese commissie (2012) Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen: Een Europese bijdrage aan volledige werkgelegenheid

FC Twente (2012) Taaltreffers. Internet 2013-09-20 http://www.taaltreffers.nl/

IEA (2013) International Computer and Information Literacy Study 2013

Jacobi, R., van der Woerd, N. (2012) Trendrapport open educational resources. SURF: Utrecht.

JOB (2012) JOB-monitor 2012. Studenttevredenheid in het mbo.

Johnson, L., Adams Becker, S., Cummins, M., Estrada V., Freeman, A., and Ludgate, H. (2013). NMC Horizon Report: 2013 K-12 Edition. Austin, Texas: The New Media Consortium. http://www.nmc.org/pdf/2013-horizon-report-k12.pdf

Johnson, L., Adams Becker, S., Cummins, M., Estrada, V., Freeman, A., and Ludgate, H. (2013). NMC Horizon Report: 2013 Higher Education Edition. Austin, Texas: The New Media Consortium.

Johnson, L., Adams, S., and Cummins, M. (2012). The NMC Horizon Report: 2012 Higher Education Edition. Austin, Texas: The New Media Consortium. http://www.nmc.org/pdf/2012-horizon-report-HE.pdf

Johnson, L., Smith, R., Willis, H., Levine, A., and Haywood, K., (2011). The 2011 Horizon Report. Austin, Texas: The New Media Consortium.

Kat-de Jong, M. & Graauw, C de. (2012) Onderzoek naar attitudeverandering na bezoek aan Friek’s Techniektruck onder vmbo’ers van West-Brabantse scholen

Kennisnet (2012) Inventarisatie ICT toepassingen taal en rekenen MBO. Kennisnet, Zoetermeer

Kennisnet (2012) Mediawijsheid als vak

Kennisnet (2012) Mind the map. Mindmaps inzetten voor vraaggestuurd leren.. Kennisnet, Zoetermeer

Kennisnet (2012) Sociale media in de les. Zoetermeer

Kennisnet (2012) Vier in balans monitor. Kennisnet, Zoetermeer

Kennisnet (2013) Weten wat werkt en waarom. Kennisnet, Zoetermeer.

KNAW (2012) Digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs

KNAW (2013) KNAW pleit voor krachtige vernieuwing informatica-onderwijs havo/vwo

Kolb, D.A. (1984) Experiential Learning: Experience as the Source of Learning and Development. Prentice-Hall, Inc., Englewood Cliffs, N.J.

LAK (2013) Third conferencen on Learning Analytics and Knowledge. Leuven, Belgie. http://lakconference2013.wordpress.com/

Leraar24 (2014) Video's en dossiers voor de onderwijspraktijk. http://www.leraar24.nl/

Leermiddelen

Mediawijzer (2012) Project X Haren benadrukt belang mediawijsheid. Internet http://www.mediawijzer.net/professionals/nieuws/project-x-haren-benadrukt-belang-media-educatie

Microsoft (2012) Partners in Learning School Research [PILSR]

Mijland, E. (2013) Leerbericht 2013

NTR (2014) Speciaal voor iedereen. http://www.ntr.nl/page/over-ntr

OCW (2013) Cultuur beweegt. De betekenis van cultuur in een veranderende samenleving. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/06/11/cultuur-beweegt-de-betekenis-van-cultuur-in-een-veranderende-samenleving.html

OECD (2012) Connected Minds. Technology and Today's Learners.

OECD (2012) OECD Skills Strategy: Better skills, Better jobs, Better lives, a strategic approach to skills policy.

Oefenweb (2013) Rekentuin. Internet 2013-09-20, http://www.rekentuin.nl/

Pepping, R. (2013) Flipping the classroom. Onderwijs van morgen.

PO-Raad (2012) Brief PO-Raad aan lijsttrekkers verkiezingen 2012.

PO-Raad (2013) Wetenschap en technologie primair onderwijs. Platform Betatechniek.

RTV Oost (2013) School Almelo ontruimt na bommelding. Internet 2013-06-03 http://www.rtvoost.nl/nieuws/default.aspx?nid=164812&cat=1&rubriek=1

RTTI (2013) Het meten en verbeteren van leerprocessen. Internet 2013-09-20, http://rtti.nl/

Searle, M. (2013) What Every School Leader Needs to Know About RTI. Internet 2013-05-12 http://www.ascd.org/publications/books/109097/chapters/What-Is-RTI-and-Why-Should-We-Care%C2%A2.aspx

SLO (2012) Trends in leermiddelen: digitalisering komt op gang - SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. SLO, Enschede.

SLO (2014) Leerplan in beeld. http://leerplaninbeeld.slo.nl

ThiemeMeulenhoff (2013) Schooltas. Internet 2013-09-20, http://www.schooltas.net

Thijs, A. (2012) Samenvatting ASCD conferentie.

Thijs, A., Fisser, P.H.G. & van der Hoeven, M. (2013) Digitale geletterdheid en 21e eeuwse vaardigheden in het funderend onderwijs: een conceptueel kader. SLO, Enschede.

Universiteit Twente (2012) Trendrapport internetgebruik 2012. Universiteit Twente, Enschede

Van den Berg, E. & Kirschner, P. (2012) Evidence based doceren in het hoger onderwijs met ICT. In WTR rapport SURF, de bakens verzetten. Surf, Utrecht.

Van Deursen, A.J.A.M. & Van Dijk, J.A.G.M. (2012). Trendrapport internetgebruik 2012. Een Nederlands en Europees perspectief. Enschede: Universiteit Twente.

Voogt, J., & Pareja Roblin, N. (2010). 21st century skills. Discussienota. Enschede: Universiteit Twente.



VO-content (2012) Lancering Stercollecties. Internet 2013-09-20, http://www.vo-content.nl/nieuws/lancering-stercollecties

VO-content (2014) Stercollecties. http://www.vo-content.nl/stercollecties

Wagner, T. (2008). The Global Achievement Gap. Basic Books, New York.

Wetering, M., van (2013) Recht doen aan verschillen met ict als digitale assistent. Internet 2013-09-20,http://innovatie.kennisnet.nl/recht-doen-aan-verschillen-met-ict-als-digitale-assistent/

Wikiwijs (2012) Rapportage jaarlijks onderzoek onder docenten naar gebruik, maken en delen.

WTR (2012) De bakens verzetten. Trendrapport 2012, wetenschappelijk technische raad. Surf, Utrecht

Zwijsen (2013) Leerkrachtassistent: digibordsoftware van Zwijsen. Internet 2013-09-20, http://www.zwijsen.nl/web/Voor-school-123/Digibordsoftware-van-Zwijsen.htm